woensdag 30 mei 2012

4 Beeldbeschouwing 3D


Het beeld heet Vesta, het is de godin van de winter met een vuurpot. Het is gemaakt door de Franse kunstenaar Mathurin Moreau in 1889. Het is een beeld uit een reeks van vier. Zomer, lente en herfst worden op een ander beeld ook nog afgebeeld. De vormgeving sluit aan op de inhoud doordat de godin in een grot kleed gehuld is. Ook heeft zij een vuurpot bij zich voor de warmte.
De beeldaspecten zijn verdeeld in de categorieën: ruimte, kleur, vorm, structuur, compositie. Het beeldaspect compositie komt in dit beeld het meest naar voren. De manier waarom ze staat is opvallend. Ze beschermt de warmte als het ware. Het versterkt het beeld van de winter. Warmte is er buiten niet, maar maak je zelf door bijvoorbeeld een vuurtje te maken. Dit vuur moet je beschermen tegen het uitgaan.
De ontwikkelingsfases van Parsons worden onderverdeeld in 5 fases:
1. Favoritisme: een beeld is ‘mooi’, omdat het aansluit op je belevingswereld
2. Ambachtelijk : je bent gericht op het schematisch realisme en je vindt een beeld ‘mooi’ als de hoofdkenmerken van het onderwerp te zien zijn. Je kan abstracte kunst accepteren. Ook ben je gericht op details en werkelijkheid
3. Expressiviteit:  je vindt een beeld goed als de maker er een bepaald gevoel in heeft gelegd en je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeven van expressie, je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt
4. Formalisme:  je bent gericht op formele kwaliteiten,  de stijl van een beeld. Je bent bewust dat de betekenis besloten ligt en dat je er onderzoek naar moet doen.
5. Open mind: je beseft dat de interpretatie van een beeld afhangt van de context voor zowel de maker als de beschouwer
Expressiviteit is de fase waarin dit beeld hoort. Het is een beeld dat je kunt beschouwen met oudere kinderen. Iedereen kan een eigen interpretatie hebben bij het beeld. Het is wel zo dat als je de titel weet, weet je ook al snel wat het beeld inhoud.
Startvragen
Wat herken je in het beeld? Ik herken een menselijk figuur met een groot kleed om. Dit is vaak een godin. Ook herken ik het vuur.
- Zie je iets onherkenbaars? Nee.
- Wat wijkt af van de werkelijkheid? Er is niets wat onrealistisch lijkt.
Onderzoeksvragen
Welk seizoen wordt hier uitgebeeld?  Winter
- Hoe kun je dit zien? Ze beschermt het vuur.
- noem eens 2 kenmerken? Het vuur wordt beschermt en de titel van het beeld betekent winter.
Analysevragen
Wat is de invloed van de houding van het beeld? Het is een beschermende houding.
- Hoe staat de vrouw? Beschermend om het vuur heen.
- Wat wil ze daar mee zeggen? Ze wil het vuur niet uit laten gaan.
- Wat voor invloed heeft de kleur? De kleur maakt het somber. Echter zijn de andere beelden in de reeks de zelfde kleur. Het is dus niet het kleurgebruik dat er voor zorgt dat je weet om welk jaargetijde het gaat.
Speculatieve vragen
Welke invloed heeft het beeld op jou als kijker? Als ik naar het beeld kijk zie ik geborgenheid.
- Welk gevoel krijg je als je naar het beeld kijkt? Ik krijg een gevoel van warmte.
Vragen die leiden tot een oordeel
Wat is volgens jou de betekenis van het beeld? Het vuur beschermen voor de kou.
- Wat zie je terug vanuit de titel? De titel is Vesta. Vesta is de godin voor de winter.
- Wat zie je terug vanuit de jaargetijden? Een groot kleed en vuur om het warm te houden.

6 Eindevaluatie

Eindevaluatie Jantine
Wij hebben redelijk veel tijd in deze opdracht gestoken. Dit was ook omdat we het opnieuw moesten maken, omdat het van internet af was. Veel dingen konden we niet meer terug vinden en moesten we dus opnieuw maken. Dit heeft er voor gezorgd dat we veel in één keer moesten doen.
Ik heb van deze opdracht geleerd dat je een beeld kunt beschouwen, ook met kinderen. Er zijn bepaalde fases en het doel is om de kinderen in een zo hoog mogelijke fase te krijgen.
Ik had een andere visie over het vak BV. Ik had me voorgesteld dat je het zou krijgen als het vak ‘knutselen’ wat je op de basisschool ook vaak geeft. Mijn visie is in zoverre veranderd dat ik nu ook nadenk om kunst de klas in te brengen. Hier kun je ook lessen aan koppelen.
Het was in het begin iets te veel gevraagd. Veel van ons wisten niet eens waar het over ging. Ook zou het fijn zijn als de opdracht overzichtelijk in een lijst zou staan, zodat het voor iedereen duidelijk is.
In een volgende module zou ik graag willen leren hoe ik nou een goede handvaardigheid les geef. Dit moet je op stage al veel doen, maar er is nog weinig op ingegaan. Ook hier moeten bepaalde doelen behaald worden.
De lessen waren goed voorbereid en zaten goed in elkaar. Het was nou eenmaal zo dat we af en toe zes uur les hadden achter elkaar. Dit is voor iedereen veel. De stof was af en toe te hoog gegrepen. Er zou wat meer vanuit de basisschool in mogen. Hoe geef ik zo’n les bij mij in de klas?

Eindevaluatie Amber
Aan deze blog voor beeldende vorming hebben wij best veel tijd gestoken. Het zoeken van 2D, 3D en 4D beelden was erg moeilijk. Voor mij was het onduidelijk wanneer een beeld nou 2D, 3D, of 4D was. Van de theorie en praktijk bij BV heb ik niet veel geleerd. Toen ik op de havo zat, heb ik ook beeldende vakken gehad. Daar heb ik veel geleerd over de verschillende tijden en welke kunststromingen er waren. Bij BV hebben we dit maar kort behandeld. In de praktijk heb ik niet veel geleerd, we waren vooral bezig met de theorie.

Mijn visie op BV is veranderd, ik dacht dat we vooral bezig zouden zijn met het ‘knutselen’ van dingen die je kan gebruiken in je stageklas. Dit was helaas niet het geval. Ik zou het wel heel leuk gevonden hebben als we dat wel deden. In die zin is mijn visie op BV veranderd. Qua inhoud is het niet veel veranderd. Ik had de verschillende tijden en kunststromingen op de middelbare school al behandeld.

In de volgende module hoop ik dat wij zelf aan de slag gaan met het maken van dingen. Ik hoop dat ik leuke ideeën kan opdoen voor in mijn stageklas en dat ik deze ook echt ga gebruiken. Het is lastig om elke keer weer een leuke opdracht te verzinnen voor handenarbeid.

Wat ik fijn vond aan de lessen van Guido, was dat hij de stof duidelijk uitlegde. Hij weet er heel erg veel van, dus kon hij het ons goed uitleggen. Ik hoop dat de volgende module de opdrachten duidelijk worden uitgelegd en dat er geen onduidelijkheid ontstaat over de opdrachten die wel of niet gemaakt moeten worden.

5 Beeldbeschouwing 4D


De titel van het filmpje is seizoenen. Het filmpje is gemaakt door twee studenten van het Edison College te Apeldoorn, Annelot Nijkoops en Sanne Kamphuis. Het is in 2011 gemaakt.
De verschillende seizoenen laten de makers duidelijk zien. Dit zie je al direct, omdat ze de woorden winter, lente,  zomer en herfst gebruiken. Hierbij laten ze ook bijpassende beelden zien. Het zijn niet zozeer realistische beelden, maar je ziet duidelijk dat het bij een bepaalde jaargetijde hoort.
Opvallend is ook de klok die wordt afgebeeld. Je kunt hierbij denken dat het om tijd gaat, alle seizoenen komen en gaan. Het is een kwestie van tijd. Ook opvallend zijn de kleuren. Alleen al aan de kleuren kun je zien welk seizoen er wordt afgebeeld.
De betekenis van het filmpje is duidelijk. De seizoenen worden afgebeeld. Samen met kinderen zou je er op in kunnen gaan hoe ze bepaalde seizoenen herkennen. Wat zou er nog bij kunnen? Het is belangrijk om voorkennis te activeren bij kinderen, zo kunnen ze er verder op doorgaan tijdens het beeld beschouwen.

De vormgeving sluit aan op de inhoud door dat de afbeeldingen die worden gebruikt horen bij de seizoenen. De kleuren passen in de context, je komt echt in de sfeer van een bepaald seizoen. Je krijgt bijvoorbeeld ook een dier te zien die in dat seizoen hoort.
De beeldaspecten zijn verdeeld in de categorieën: ruimte, kleur, vorm, structuur, compositie. In dit 4D beeld speelt kleur een belangrijke rol. Bij elk seizoen hoort een bepaalde kleur en die kun je erg goed terug vinden in het beeld. Ze versterken het beeld en de inhoud. Dit is omdat iedereen weet dat kleuren bij seizoenen horen. Ook kinderen weten dat bepaalde kleuren bij bepaalde seizoenen horen. Zo komt het dat je in één oogopslag al kunt zien dat het bijvoorbeeld winter is. Daar staan grauwe kleuren centraal  en de witte kleur van sneeuw.
De ontwikkelingsfases van Parsons worden onderverdeeld in 5 fases:
1. Favoritisme: een beeld is ‘mooi’, omdat het aansluit op je belevingswereld
2. Ambachtelijk : je bent gericht op het schematisch realisme en je vindt een beeld ‘mooi’ als de hoofdkenmerken van het onderwerp te zien zijn. Je kan abstracte kunst accepteren. Ook ben je gericht op details en werkelijkheid
3. Expressiviteit:  je vindt een beeld goed als de maker er een bepaald gevoel in heeft gelegd en je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeven van expressie, je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt
4. Formalisme:  je bent gericht op formele kwaliteiten,  de stijl van een beeld. Je bent bewust dat de betekenis besloten ligt en dat je er onderzoek naar moet doen.
5. Open mind: je beseft dat de interpretatie van een beeld afhangt van de context voor zowel de maker als de beschouwer
Dit beeld past naar ons idee in fase 2, ambachtelijk. Het is geen moeilijk beeld om te beschouwen. Je kunt het dus goed met jonge kinderen doen.
Startvraag
Welke seizoenen herken je? Zomer, winter, herfst en lente.
- Hoe herken je deze seizoenen? Door de kleuren. Door de zon in de zomer en de blaadjes in de herfst. De sneeuw in winter en de bloei in de lente.
- Zie je opvallende kleuren? Ja in de herfst zie je de oranje kleuren. In de winter de grauwe en de witte kleur.
- Zie je opvallende voorwerpen? Ik zag een klok en een huis. De boom veranderd steeds.

Onderzoeksvraag
Welke herkenbare voorwerpen komen ook terug in het dagelijks leven? De boom, het huis, de dieren, de klok.
- Wat zie jij in bepaalde seizoenen allemaal? Elk seizoen heeft zijn eigen dieren. In de lente en in de zomer zijn meer dieren dan in de winter. In de winter is er bijvoorbeeld ook altijd een kale boom.
Analysevraag
Kun je vertellen wat voor invloed de klok heeft op de seizoenen? De seizoenen duren ook niet allemaal voor eeuwig. Het begint en het stopt allemaal.
- Wanneer gebruik je een klok? Als je wilt weten hoe laat het is, je wilt dus de tijd weten.
- Duren de dagen altijd even lang? In de zomer is het langer licht dan in de winter. Eigenlijk duurt de dag dus langer in de zomer.
- Is er verschil tussen zomer en winter tijd? De klok wordt verzet en het is langer licht in de zomer.
Speculatieve vraag
Hoe voel jij je bij de verschillende seizoenen? In de zomer en de lente ben ik blij dat ik meer naar buiten kan. In de winter vind ik het leuk als er sneeuw ligt. Wel jammer vind ik het als het koud is en als het regent.
- Welke kleuren vind jij mooier? Ik hou meer van de kleuren in de zomer. Dan is alles vrolijk. In de winter zijn de kleuren grauw en saai.
- In welk seizoen voel jij je het fijnst? In de zomer.
Vragen die leiden tot een oordeel
Wat vind jij van dit filmpje? Het zorgt er voor dat ik me realiseer dat de tijd verder gaat.
- Maakt het indruk op je? Waarom? Ja, het maakt indruk omdat het zorgt voor realiteitsbesef. De tijd gaat snel door.
- Waar zorgt het filmpje voor? Dat je erachter komt dat de tijd doorgaat. De tijd gaat door en de ontwikkelingen in de natuur ook. Je hoeft alleen maar te wachten en het wordt vanzelf weer zomer.

dinsdag 29 mei 2012

1 Het Thema

Het thema dat wij hebben gekozen voor onze blog voor beeldende vorming is 'de 4 seizoenen'.



















2 Tableau Vivant



Voor ons tableau vivant hebben wij ‘The creation of Adam’ van Michelangelo gebruikt. Het originele beeld is geschilderd in de Sixtijnse Kapel in Vaticaanstad. Het beeld werd geschilderd rond 1511. De schildering is een verhaal uit de Bijbel, uit het boek Genesis.  God maakt hier Adam tot leven. Dit is niet de enige afbeelding die Michelangelo heeft geschilderd in de Kapel, het is de vierde afbeelding van een reeks afbeeldingen. Deze staan op chronologische volgorde.

Wij hebben hier een variant op gemaakt. Op onze afbeelding staan ook twee handen. De ene hand heeft een telefoon, BlackBerry, vast en de andere hand heeft de batterij van deze telefoon vast. Zoals God het leven geeft aan Adam, geeft de batterij ‘leven’ aan deze BlackBerry.

De beeldaspecten zijn verdeeld in  5 catergorieën ruimte, kleur, vorm, structuur en compositie. In dit beeld is de compositie erg belangrijk. De twee hadden zijn het enige wat je zit op deze afbeelding. Deze compositie is centraal, omdat de handen in het midden van het beeld staan. Bij de schildering van Michelangelo is ruimte erg belangrijk. Als je het beeld over zijn geheel bekijk, zie je wat er omheen gebeurd en van wie deze handen zijn. Zo weet je ook het verhaal achter de afbeelding. Bij onze variant speelt de ruimte niet zo’n grote rol. Bij ons draait het om de telefoon en de batterij. Bij deze afbeelding spelen kleur, structuur en vorm bijna geen rol.

De ontwikkelingsfases van Parsons worden onderverdeeld in 5 fases:
1. Favoritisme: een beeld is ‘mooi’, omdat het aansluit op je belevingswereld
2. Ambachtelijk : je bent gericht op het schematisch realisme en je vindt een beeld ‘mooi’ als de hoofdkenmerken van het onderwerp te zien zijn. Je kan abstracte kunst accepteren. Ook ben je gericht op details en werkelijkheid
3. Expressiviteit:  je vindt een beeld goed als de maker er een bepaald gevoel in heeft gelegd en je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeven van expressie, je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt.
4. Formalisme:  je bent gericht op formele kwaliteiten,  de stijl van een beeld. Je bent bewust dat de betekenis besloten ligt en dat je er onderzoek naar moet doen.
5. Open mind: je beseft dat de interpretatie van een beeld afhangt van de context voor zowel de maker als de beschouwer

Wij denken dat dit beeld in de vijfde fase zit, open mind. Bij dit beeld hebben wij bedoeld dat de nadruk moet liggen op de telefoon en de batterij. Er zullen ook mensen kunnen zijn die zullen denken dat het gaat om de handen. De interpretatie van het beeld hangt af van de context.

3 Beeldbeschouwing 2D



Titel                    Be happy !
Maker:                  Dorine van Laak-Hendrikx
Verv. jaar:             2005
Techniek:              gespoten
Object                 schilderij

Dit schilderij is een tweedimensionaal beeld. De kunstenares heeft dit schilderij ‘be happy’ genoemd. Dit betekend: wees vrolijk.  De vrolijkheid van dit schilderij zit hem in de kleuren die zijn gebruikt door de kunstenares. In dit beeld kan je niet goed zien wat het voorstelt, je kan er je eigen fantasie op los laten. De kleuren die zijn gebruikt, zijn vrolijke, felle kleuren. Deze horen bij de lente. De lente is vaak erg vrolijk en de bloemen zijn dan aan het bloeien. De vormen waarin er is geschilderd, zijn een beetje in de vorm van een bloem. Ook zijn er veel vogels buiten wanneer het lente is. Als je goed kijkt, zie je aan de linker kant ook een soort vogel. Dit alles heeft te maken met haar inspiratiebron waar ik het zo over ga hebben.

Onder het schilderij op de website staan verschillende woorden: vrolijk abstract schilderij met veel kleur, abstract kleurrijk schilderij, moderne schilderijen, lente, liefde, happy summer, sunshine, love, veel kleuren.  Ook in de beschrijving over de kunstenares Dorine van Laak-Hendrikx staat dat haat voorkeur uitgaat naar vrolijke, intense kleuren. Bloemen, bonte vogels en tropische onderwaterwereld zijn hier een inspiratiebron.  Dit is dan ook terug te zien in de andere schilderijen die zij heeft gemaakt. Reacties op haar schilderijen zijn ook allemaal positief, mensen die een schilderij van haar hebben gekocht, plaatsen een positieve reactie en zijn blij met haar schilderij.

De beeldaspecten zijn verdeeld in 5 categorieën ruimte, kleur, vorm, structuur en compositie. In dit beeld speelt kleur een belangrijke rol, door het kleurgebruik kan je duidelijk zien dat dit een vrolijk schilderij is. De kleuren geven ook aan dat dit in de lente is. Wanneer het beeld uit de winter zou komen, zouden de kleuren een stuk grijzer en grauwer zijn. Ook de vorm heeft een belangrijke rol. De vorm waarin geschilderd is, heeft veel weg van een bloem. Ook is er in het schilderij een dier te zien, een soort vogel.  Dit verwijst naar de lente.

De ontwikkelingsfases van Parsons worden onderverdeeld in 5 fases:
1. Favoritisme: een beeld is ‘mooi’, omdat het aansluit op je belevingswereld
2. Ambachtelijk : je bent gericht op het schematisch realisme en je vindt een beeld ‘mooi’ als de hoofdkenmerken van het onderwerp te zien zijn. Je kan abstracte kunst accepteren. Ook ben je gericht op details en werkelijkheid
3. Expressiviteit:  je vindt een beeld goed als de maker er een bepaald gevoel in heeft gelegd en je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeven van expressie, je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt.
4. Formalisme:  je bent gericht op formele kwaliteiten,  de stijl van een beeld. Je bent bewust dat de betekenis besloten ligt en dat je er onderzoek naar moet doen.
5. Open mind: je beseft dat de interpretatie van een beeld afhangt van de context voor zowel de maker als de beschouwer

Wij denken dat dit beeld in de derde fase zit, expressiviteit. Bij dit beeld heeft de maker een vrolijk gevoel er ingelegd. Ook is dit beeld niet realistisch, het is een abstract beeld. Doordat de maker dit zo heeft geschilderd, lijkt alles nog mooier en vrolijker.

Startvragen
Wat voor kleuren zie je?  Rood, roze, geel, blauw, groen, oranje, donkerblauw.
- vind je dit mooie kleuren? Ja, ik vind het mooie kleuren. Ze zijn ook erg vrolijk.
- wat is je lievelings kleur? Blauw is mijn lievelingskleur.

Analysevragen
Wat voel je bij deze kleuren? Word je er vrolijk/boos/verdrietig van? Ik vind het vrolijke kleuren, dus ik word er vrolijk van.
- wat zijn kleuren waar je boos van wordt? Van donkere kleuren.
- wat zijn kleuren waar je verdrietig van wordt? Van grijze, licht kleuren.
- wat zijn vrolijke kleuren? Felle kleuren, zoals die zijn gebruikt in het schilderij.

Onderzoeksvragen
In welk seizoen zal dit schilderij thuishoren? Ik denk in de lente, omdat er dan ook allemaal mooie bloemen bloeien.
- hoe zou een schilderij in de winter er uit zien? Ik denk met veel wit als sneeuw en donker, omdat er dan vaak sneeuw ligt en het donker is.
- hoe zou een schilderij in de herfst er uit zien? In de herfst vallen de bladeren van de bomen en worden ze oranje en bruin, dus ik denk met veel oranje en bruin. Ook wel rood.
- hoe zou een schilderij in de zomer er uit zien? Ook vrolijk, net als in de lente. Maar ik denk dan met wat lichtere kleuren, omdat er dan ook veel zon schijnt.

Speculatieve vragen
Wat zou het beeld kunnen voorstellen? Het lijken op bloemblaadjes. In de lente groeien ook veel bloemen.
- wat is kenmerkend voor de lente? Bloemen, lammetjes, zon, groen, lekker weer/
- wat voor soort bloem zou dit kunnen zijn? Een mooie bloem met veel kleuren, misschien een soort tulp ofzo.
- zie je nog meer dan alleen een bloem? Links zie ik een soort vogel.
- wat voor vogel zou het kunnen zijn? Een mooie tropische vogel.
- wonen deze vogels ook in Nederland? Nee, vooral in het buitenland waar het lekker warm is.

Vragen die leiden tot een oordeel
Wat voor gevoel wilt de maker van dit schilderij je meegeven? Ik denk een vrolijk gevoel, vanwege de mooie kleuren en de mooie vormen.
- word jij er ook echt vrolijker van? Ja, ik word blij van alle kleuren.
- waarom word je er wel vrolijker van / waarom niet? Ik vind de kleuren mooi en dat maakt me vrolijk.