woensdag 30 mei 2012

5 Beeldbeschouwing 4D


De titel van het filmpje is seizoenen. Het filmpje is gemaakt door twee studenten van het Edison College te Apeldoorn, Annelot Nijkoops en Sanne Kamphuis. Het is in 2011 gemaakt.
De verschillende seizoenen laten de makers duidelijk zien. Dit zie je al direct, omdat ze de woorden winter, lente,  zomer en herfst gebruiken. Hierbij laten ze ook bijpassende beelden zien. Het zijn niet zozeer realistische beelden, maar je ziet duidelijk dat het bij een bepaalde jaargetijde hoort.
Opvallend is ook de klok die wordt afgebeeld. Je kunt hierbij denken dat het om tijd gaat, alle seizoenen komen en gaan. Het is een kwestie van tijd. Ook opvallend zijn de kleuren. Alleen al aan de kleuren kun je zien welk seizoen er wordt afgebeeld.
De betekenis van het filmpje is duidelijk. De seizoenen worden afgebeeld. Samen met kinderen zou je er op in kunnen gaan hoe ze bepaalde seizoenen herkennen. Wat zou er nog bij kunnen? Het is belangrijk om voorkennis te activeren bij kinderen, zo kunnen ze er verder op doorgaan tijdens het beeld beschouwen.

De vormgeving sluit aan op de inhoud door dat de afbeeldingen die worden gebruikt horen bij de seizoenen. De kleuren passen in de context, je komt echt in de sfeer van een bepaald seizoen. Je krijgt bijvoorbeeld ook een dier te zien die in dat seizoen hoort.
De beeldaspecten zijn verdeeld in de categorieën: ruimte, kleur, vorm, structuur, compositie. In dit 4D beeld speelt kleur een belangrijke rol. Bij elk seizoen hoort een bepaalde kleur en die kun je erg goed terug vinden in het beeld. Ze versterken het beeld en de inhoud. Dit is omdat iedereen weet dat kleuren bij seizoenen horen. Ook kinderen weten dat bepaalde kleuren bij bepaalde seizoenen horen. Zo komt het dat je in één oogopslag al kunt zien dat het bijvoorbeeld winter is. Daar staan grauwe kleuren centraal  en de witte kleur van sneeuw.
De ontwikkelingsfases van Parsons worden onderverdeeld in 5 fases:
1. Favoritisme: een beeld is ‘mooi’, omdat het aansluit op je belevingswereld
2. Ambachtelijk : je bent gericht op het schematisch realisme en je vindt een beeld ‘mooi’ als de hoofdkenmerken van het onderwerp te zien zijn. Je kan abstracte kunst accepteren. Ook ben je gericht op details en werkelijkheid
3. Expressiviteit:  je vindt een beeld goed als de maker er een bepaald gevoel in heeft gelegd en je accepteert dat realisme in een beeld kan wijken ten behoeven van expressie, je begrijpt dat niet iedereen dezelfde mening deelt
4. Formalisme:  je bent gericht op formele kwaliteiten,  de stijl van een beeld. Je bent bewust dat de betekenis besloten ligt en dat je er onderzoek naar moet doen.
5. Open mind: je beseft dat de interpretatie van een beeld afhangt van de context voor zowel de maker als de beschouwer
Dit beeld past naar ons idee in fase 2, ambachtelijk. Het is geen moeilijk beeld om te beschouwen. Je kunt het dus goed met jonge kinderen doen.
Startvraag
Welke seizoenen herken je? Zomer, winter, herfst en lente.
- Hoe herken je deze seizoenen? Door de kleuren. Door de zon in de zomer en de blaadjes in de herfst. De sneeuw in winter en de bloei in de lente.
- Zie je opvallende kleuren? Ja in de herfst zie je de oranje kleuren. In de winter de grauwe en de witte kleur.
- Zie je opvallende voorwerpen? Ik zag een klok en een huis. De boom veranderd steeds.

Onderzoeksvraag
Welke herkenbare voorwerpen komen ook terug in het dagelijks leven? De boom, het huis, de dieren, de klok.
- Wat zie jij in bepaalde seizoenen allemaal? Elk seizoen heeft zijn eigen dieren. In de lente en in de zomer zijn meer dieren dan in de winter. In de winter is er bijvoorbeeld ook altijd een kale boom.
Analysevraag
Kun je vertellen wat voor invloed de klok heeft op de seizoenen? De seizoenen duren ook niet allemaal voor eeuwig. Het begint en het stopt allemaal.
- Wanneer gebruik je een klok? Als je wilt weten hoe laat het is, je wilt dus de tijd weten.
- Duren de dagen altijd even lang? In de zomer is het langer licht dan in de winter. Eigenlijk duurt de dag dus langer in de zomer.
- Is er verschil tussen zomer en winter tijd? De klok wordt verzet en het is langer licht in de zomer.
Speculatieve vraag
Hoe voel jij je bij de verschillende seizoenen? In de zomer en de lente ben ik blij dat ik meer naar buiten kan. In de winter vind ik het leuk als er sneeuw ligt. Wel jammer vind ik het als het koud is en als het regent.
- Welke kleuren vind jij mooier? Ik hou meer van de kleuren in de zomer. Dan is alles vrolijk. In de winter zijn de kleuren grauw en saai.
- In welk seizoen voel jij je het fijnst? In de zomer.
Vragen die leiden tot een oordeel
Wat vind jij van dit filmpje? Het zorgt er voor dat ik me realiseer dat de tijd verder gaat.
- Maakt het indruk op je? Waarom? Ja, het maakt indruk omdat het zorgt voor realiteitsbesef. De tijd gaat snel door.
- Waar zorgt het filmpje voor? Dat je erachter komt dat de tijd doorgaat. De tijd gaat door en de ontwikkelingen in de natuur ook. Je hoeft alleen maar te wachten en het wordt vanzelf weer zomer.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten